De Chinese astrologie is een prachtige aanvulling op de Westerse kijk en veel ouder dan de Westerse astrologie. Naast de enige overeenkomst in het woord “astrologie” is de Oosterse benadering sterk afwijkend van de Westerse. Een zeer belangrijk onderdeel in de Chinese astrologie is hun Chinese filosofie die berust op eeuwenoude wijsheid.
De Chinese astrologie gaat uit van de maan en de maanhuizen waar 28 sterrenbeelden bij horen. Naast de maanhuizen, bepalen Chinese astrologen hun inzichten op basis van 3 bepaalde filosofische inzichten: de filosofie van de Chinese kalender, de filosofie van de vijf elementen en de Yin Yang filosofie. Verder houden ze rekening met de windrichtingen en de seizoenen.
De Chinese astrologie die in het Westen zo bekend is, is gebaseerd op de Ba Zi Chinese Zodiak. In deze zodiak worden de sterrenbeelden weergegeven als dieren. De 12 dieren zijn niet te vergelijken met de Westerse sterrenbeelden. Volgens sommige bronnen komen deze dieren uit het Boeddhisme, maar volgens andere bestond de Chinese astrologie allang voor de tijd van Boeddha.
De Chinese kalender
De kern van het verschil ligt in het feit dat onze Westerse kalender gebaseerd is op de Zon terwijl de Chinese kalender is gebaseerd op de maan. Het Chinese jaar begint niet zoals bij ons op 1 januari maar tussen 21 januari en 20 februari. Bovendien heeft een Chinese maand 29 tot 30 dagen. Een Chinese dag is verdeeld in 12 uren, waarbij 1 uur gelijk is aan 2 Westerse uren.
Een eeuw wordt ook anders bepaald dan bij ons. Bij ons telt een eeuw 100 jaar, bij de Chinezen is dat echter 60 jaar. En elke 60 jaar worden verder onderverdeeld in 5 stukken van elke 12 jaar.
Deze 5 stukken komen overeen met de vijf elementen. Dat wil zeggen dat er maar om de 60 jaar een waterkonijn wordt geboren.